Bij ziekte moeten de werkgever en de zieke werknemer zich houden aan de verplichtingen uit de Wet Verbetering Poortwachter. De werkgever moet - zolang de werknemer ziek is - het loon doorbetalen (maximaal twee jaar) en zich inspannen om de werknemer terug te laten keren in zijn eigen werk, of in passend werk als het eigen werk niet meer mogelijk is. De werknemer dient mee te werken aan zijn re-integratie. Als een werkgever onvoldoende heeft gedaan aan re-integratie en de werknemer is nog steeds ziek, dan loopt de werkgever het risico van een verplichting tot loondoorbetaling gedurende het derde jaar, de zogenaamde loonsanctie.
Als werkgever wilt u uiteraard voorkomen dat bij de WIA-aanvraag na 2 jaar ziekte door het UWV wordt geoordeeld dat tijdens de corona crisis onvoldoende re-integratie inspanningen zijn verricht, met een loonsanctie als gevolg.
Hoe beoordeelt het UWV de re-integratie inspanningen tijdens de corona crisis?
Werkgevers die door de corona crisis niet kunnen voldoen aan re-integratieverplichtingen, kunnen in principe rekenen op coulance van het UWV. Dit blijkt uit een door het UWV opgesteld addendum bij de Werkwijzer Poortwachter, waarin het UWV uitlegt hoe bij de beoordeling van re-integratie verplichtingen met de corona situatie rekening wordt gehouden.
Uitgangspunt van de WIA-beoordeling is nog steeds de Werkwijzer Poortwachter. Als de beoordeling van het re-integratieverslag tot de conclusie leidt dat de werkgever onvoldoende aan re-integratie van zijn zieke werknemer heeft gedaan, onderzoekt het UWV of er verzachtende omstandigheden gelden in verband met de corona situatie.
Er is bijvoorbeeld sprake van verzachtende omstandigheden indien een werknemer door een verplichte bedrijfssluiting niet (in eigen of ander werk) bij de eigen werkgever kan re-integreren. Daarnaast is het mogelijk dat de werkgever geen uitvoering kan geven aan een 2e spoor traject in verband met corona omstandigheden bij de nieuwe werkgever. Bijvoorbeeld in het geval van een bedrijfssluiting waardoor een proefplaatsing niet door kan gaan of de werknemer geen vrijwilligerswerk kan doen.
In het kader van spoor 2 gaat het UWV er echter van uit dat re-integratiebureaus hun dienstverlening zoveel mogelijk voortzetten en op afstand organiseren.
Dreigende betalingsonmacht van een werkgever is geen reden om van een loondoorbetalingsverplichting af te zien en kan ook niet gelden als een rechtvaardigingsgrond voor onvoldoende re-integratie inspanningen. Het UWV gaat er van uit dat werkgever in dat geval een beroep doet op één van de overheidsregelingen, zoals de NOW-regeling.
De WIA-beoordeling vindt dus plaats op basis van maatwerk. De werkgever zal onder meer moeten beschrijven hoe de corona situatie van invloed is geweest op het re-integratieproces. Het UWV realiseert zich dat de huidige situatie er toe kan leiden dat niet voldoende aan re-integratie gedaan kan worden of dat de procedure voor het aanvragen van een WIA-uitkering bij het UWV niet tijdig doorlopen kan worden.
Bij een WIA aanvraag wordt getoetst of het re-integratieverslag compleet is. Indien documenten niet zijn meegestuurd of niet volledig ingevuld zijn, zal het UWV beoordelen of het ontbreken van bepaalde documenten in het kader van de corona situatie acceptabel is. Dat kan overigens alleen indien in de stukken (of begeleidende brief) is uitgelegd waarom deze niet volledig zijn ingevuld of waarom bepaalde documenten ontbreken.
Deskundigenoordeel
Ook in deze periode kan door de werkgever of de werknemer bij het UWV een deskundigenoordeel worden aangevraagd. Het onderzoek zal door het UWV zo veel mogelijk op basis van schriftelijke informatie en op afstand worden uitgevoerd. Het UWV realiseert zich daarbij dat het op dit moment niet altijd mogelijk is om tot een inhoudelijk oordeel te komen, bijvoorbeeld in geval van een noodzakelijk fysiek onderzoek door de verzekeringsarts. Indien hiervan sprake is dan zal dit bij de WIA beoordeling niet aan de werkgever kunnen worden tegengeworpen. Dit ontslaat de werkgever en de werknemer echter niet van de verplichting om andere wegen te zoeken om de re-integratie zoveel mogelijk voort te zetten
Hoe zorgt het UWV er voor dat het opleggen van een loonsanctie in een corona-situatie zorgvuldig gebeurt?
Voordat een loonsanctie daadwerkelijk aan de werkgever wordt opgelegd, vraagt het UWV een bindend advies aan de Landelijke Loonsanctie Commissie (LLC). De LLC bekijkt of het besluit redelijk is, voldoende is gemotiveerd én of het standpunt van de werkgever daadwerkelijk is betrokken bij de (voorgenomen) loonsanctie. Daarbij zal de LLC rekening houden met de invloed die de corona-situatie op de inspanningen van de werkgever heeft (gehad). Indien er desondanks een loonsanctie wordt opgelegd kan de werkgever zoals gebruikelijk daartegen bezwaar maken.
Heeft u nog vragen over re-integratie van uw zieke werknemer in tijden van corona, belt u ons dan gerust.